Winkelwagen
Er zijn geen items meer in uw wagen
Schaatsen, één van de moeilijkste sporten als je het mij vraagt. En dat zeg ik niet omdat ik zelf een schaatser ben, maar omdat ik dat echt zo ervaar. Voor schaatsen moet je verschillende dingen goed onder de knie hebben. Allereerst is dat conditie, want ja met marathonschaatsen rijd je minimaal 50 rondes en als je ‘pech’ hebt…moet je er 100 zien door te komen. Daarnaast is kracht ook een erg belangrijk puntje voor een schaatser én dus óók voor een marathonschaatser. Al die rondes lang moet je in je houding blijven zitten, en jezelf voortbewegen.
Jeetje, wat kan dat zwaar zijn… voel je die verzuring ook al?!? Oké, en dan iets wat vaak, veel te vaak volgens mij, vergeten wordt. Terwijl, als dit niet goed zit, je daar best veel last van kan krijgen. Ik heb het hier namelijk over je mentale gesteldheid. Je moet een onwijs doorzettingsvermogen hebben, je moet namelijk dóór die pijn.
En dan nu, het aller ALLER belangrijkste van schaatsen, hetgeen waar deze blog voornamelijk overgaat, namelijk: TECHNIEK. Want je kan wel kracht hebben of een berenconditie, maar als je die kracht niet kwijt kan in de juiste techniek, dan heb je er nog steeds niet aan.
Dus hierbij 5 techniektips van team Fortune Coffee!
TIP 1 – K5
Je zult misschien wel denken: huh K5, maar wat is dat dan?!?
Over K5 wordt vooral gesproken in Zuid-Holland, al is het tegenwoordig wel meer bekend onder schaatsers door heel Nederland. Met de ‘K’ van K5 wordt ‘Knie’ bedoelt, en de 5 staat voor de positie van de knie in een schaal van 0 tot en met 10. Bij de positie 5 staat het bovenbeen loodrecht naar beneden.
Hieronder is een voorbeeld te zien van een goede K5 (foto 1). De foto is helaas niet van de zijkant genomen, dan had je het nóg beter kunnen zien. Maar er is hier wel goed te zien hoe Brit haar rechterbovenbeen loodrecht naar beneden heeft hangen en hoe haar onderbeen hier haaks op staat. Ook bij Rosalie is het goed te zien hoe haar been in K5 hangt.
TIP 2 – Gebruiken van de armen
Schaatsen is een sport waar je vooral je benen gebruikt, maar je armen zijn minstens net zo belangrijk! En dan bedoel ik niet dat je ze kan gebruiken om je tegenstander uit de baan te duwen, nee zeker niet…! Maar door ACTIEF je armen van voor naar achteren en andersom te bewegen, kunnen ze je benen ondersteunen. Heb je namelijk ook geprobeerd te starten met je armen op je rug?!?
TIP 3 – Bochten uit versnellen
De derde tip gaat over de bochten, en dan met name het uitgaan van de bochten. Dit is namelijk dé plek om extra snelheid te maken. Door vanaf het topblokje (het midden van de bocht) je ritme omhoog te gooien én krachtig af te zetten, maakt je al snel meer snelheid dan de schaatsers die achter je zitten, waardoor je een gat zou kunnen maken. De ideale plek dus als je een demarrage wilt beginnen. Vergeet vooral niet die extra bochtpas op het rechte eind als je net de bocht uit komt, waardoor je perfect recht op het rechte einde uitkomt. Voor je het weet heb je al een paar meter gepakt! Super simpel!
TIP 4 – Afzet linkerbeen in de bocht
De vierde tip gaat eveneens over de bocht, maar is gericht op je linker-afzet in de bocht. Vaak wordt deze afzet namelijk vergeten, dan wordt er krachtig met rechts afgezet en vervolgens passief je linkerbeen zonder je rechter door te strekken, terwijl dit zó zonde is, want dan laat je onwijs veel snelheid liggen! Naast dat je dus krachtig afzet met je linkerbeen is het goed om erop te letten dat die afzet dus echt opzij is, en niet naar achteren. Heleen laat in de afbeelding (foto 4) hieronder goed zien hoe dat moet. Je ziet dat linkerbeen mooi bij haar lichaam blijft en dat haar gehele ijzer van haar linker schaats het ijs raakt, wat dus betekent dat er sprake is van een zijwaartse afzet.
TIP 5 – TEAMWORK
Dan nu de laatste tip, en tevens de belangrijkste bij het marathonschaatsen, namelijk TEAMWORK! Help elkaar door samen te schaatsen.
Maar voor nu, help je er elkaar het meeste door alleen te schaatsen!